Je bergtochten voorbereiden in 6 stappen
Raak jij weleens verdwaald of word je verrast in de bergen? Vraag je je wel eens af hoe je in deze positie terecht bent gekomen? Een goede voorbereiding van je bergtocht zorgt ervoor dat je deze momenten zoveel mogelijk voorkomt. Het lijkt misschien dat het maken van voorbereidingen veel af doet aan de spontaniteit, maar in werkelijkheid ben je veel meer in staat om rustig te genieten van de natuur om je heen! En wandelen in de bergen is dan ook iets anders dan een wandeling in het park! In deze blog zet ik uiteen hoe wij onze wandelingen voorbereiden zodat wij lekker ‘in control’ ons bergavontuur beleven.
1. Ken de omgeving
Het is belangrijk om de omgeving te verkennen. Een eerste stap is om een kaart van de omgeving te hebben. Tijdens het voorbereiden kijk ik vaak naar een digitale kaart, zoals een kaart van Open Street Map (OSM) in Basecamp. Basecamp is niet het meest moderne programma, maar de bijbehorende kaarten bieden je alle informatie die je ergens anders niet bij elkaar terugvind. Hier kan ik alle routes op vinden, inclusief bruggetjes, hutten, waterpunten, bankjes en nog veel meer. Dit helpt mij om een goede route te plannen die bij ons past. Tegelijkertijd leer ik daardoor de omgeving en de andere routes ook kennen. Voor wat simpelere tochten is de koersplanner van Garmin Connect ook goed te gebruiken. Deze is zelfs beschikbaar binnen de Garmin Connect app!
Om soms wat meer informatie te achterhalen van een tocht of bergtop gebruik ik de beschrijvingen van summitpost.org. Hierin staan duidelijk beschrijvingen over (normaal)routes, omstandigheden die ik kan verwachten en materiaal dat aangeraden wordt bij de tocht. Dit geeft mij een helder overzicht van wat ik kan verwachten tijdens de tocht. Ook het gebruik van Google Maps en Streetview foto’s in de bergen verbeteren dat beeld.

MET BASECAMP EN OSM KAARTEN HEB IK ALLE INFORMATIE BIJ ELKAAR DIE IK ERGENS ANDERS NIET VIND. IK LEER HIERDOOR GELIJK DE OMGEVING EN ANDERE ROUTES KENNEN.
Met deze informatie is het belangrijk om een goed overzicht te krijgen van de route. Zo weet je waar de verschillende punten zijn en weet je ook of er alternatieve routes zijn waarmee je de tocht kunt inkorten of misschien kunt verlengen. Zorg dat je weet of je moet klimmen op bepaalde stukken, of je een (eeuwig) sneeuwveld over moet steken of dat er puinhellingen zijn. Dit helpt allemaal bij je voorbereiding.
Aangezien wij vaak met de hond lopen moeten wij nog wat diepgravender onderzoek doen of een tocht geschikt is voor honden. Helaas is hier niet generiek informatie voor te vinden en dat vereist bij hoge toppen soms veel zoekwerk naar verslagen die vanuit hondenperspectief aangeven of de route geschikt is. Voor sommige van onze wandelingen hebben we die informatie dan ook beschikbaar gemaakt via Hiken Met Honden.
De route (inclusief enkele alternatieven) zet ik vervolgens om tot GPX routes die ik in mijn horloge kan laden. Hierdoor heb ik altijd de gegevens bij de hand en kan ik snel schakelen. Omdat ook een horloge leeg kan raken is het nog altijd aan te raden om een fysieke kaart van het gebied bij de hand te hebben.
2. Ken de weersomstandigheden
Zorg dat je ook de weersomstandigheden kent. In veel berggebieden begint de ochtend vaak met goed weer en verandert het weer in de late middag naar onweer. Toch kan dit per dal weer anders zijn. Je moet daarom een goed beeld krijgen van jouw berggebied om het weer goed te kunnen interpreteren. Het helpt dan als je al een paar dagen in het gebied aanwezig bent en de weersveranderingen hebt kunnen volgen ten opzichte van de gemaakte weersvoorspellingen.
Pas dan heeft het zin om van weerapps gebruik te maken die jou proberen te vertellen hoe het weer eruit gaat zien. Op de korte termijn zijn daarvoor weerapps van Bergfex en MeteoBlue goede kandidaten. Bergfex geeft ook de weersomstandigheden op hoogte aan, vaak rond de 2000 meter. Hierdoor kun je een goede inschatting maken van de weersomstandigheden hogerop. MeteoBlue heeft voor het gehele alpengebied vaak de betere voorspellingen, al blijft dit natuurlijk subjectief. Op de langere termijn is alpenweerman.nl goed in staat een aardig beeld te schetsen van de trends. Daarnaast hebben zij ook uitgebreide uitleg over de weerfenomenen in de alpen zodat je weer beter kunt leren het weer te interpreteren.
Er zijn ook steeds meer webcams te vinden in de bergen. Door deze op te zoeken kun je ook weer goed zien wat een weerbericht nou in het echt betekent. Zo kun je zien of er hogerop ook nog wolken zijn of dat het bijvoorbeeld gesneeuwd heeft. Maak hier wanneer het kan dan ook gebruik van, vooral als het weer wat twijfelachtig is.

3. Ken jezelf en je tochtgenoten
Let bij het voorbereiden van je bergtocht ook goed op wat jezelf kan. Als je dit al weet kun je dat goed afwegen ten opzichte van andere routebeschrijvingen. Als je hier nog niet zeker over bent helpt het je eigen tempo eerst te ‘meten’ door het maken van wat kleine wandelingen in de bergen. Zo weet ik dat wij gemiddeld 400 meter in het uur klimmen en 500 dalen. En dat een route van 20 kilometer ongeveer het maximale is wat prettig is om te lopen voor ons. Het totale aantal hoogtemeters dat we maximaal op een dag willen lopen ligt zo rond de 1200-1500 meter.
Ook is het goed om na te denken hoe prettig je beweegt over sneeuwvelden, puinhellingen of luchtige passages. Dit helpt om te bepalen met welk tempo jij de route kan afleggen en of je de route eigenlijk wel leuk vindt.
Er zijn veel verschillende methodes die je snelheid over hoogte en afstand kunnen berekenen. Hierop zijn de tijden van de wandelbordjes die je tegenkomt gebaseerd. Wij rekenen vaak alleen maar met het aantal hoogtemeters gedeeld door onze stijg of daalsnelheid. Dit komt omdat onze verticale snelheid vrijwel altijd bepalender zal zijn dan onze horizontale snelheid. We maken het dan ook expres niet te complex en komen hier eigenlijk altijd wel mee uit.
4. Bepaal een planning
Wanneer je de omstandigheden, de weersverwachting en je eigen kunnen goed in beeld hebt kun je een eenvoudige planning maken. Deze planning kan je heel ingewikkeld maken, maar draait eigenlijk maar om een paar dingen:
- Hoe laat wil ik starten (bijvoorbeeld in verband met warmte of slecht weer op komst)
- Waar wil ik op welk punt zijn (Geplot op een paar punten van je route)
- Wat is mijn absolute keerpunt (Als ik daar nog niet ben op de gewenste tijd moeten we omkeren)
Dit klinkt al vrij strak voor tijdens het wandelen, maar dat hoeft niet. Als je iets achterloopt op schema is dat namelijk niet erg, maar het is belangrijk dat je je er bewust van bent. Door gebruik te maken van veel marge is het namelijk veilig en heb je de rust om te genieten. Als een route dus strak gepland voelt (en misschien wel is), dan is er te weinig marge en moet je misschien een route uitzoeken met meer marge voor jouw tempo.
Je planning wordt ook beïnvloedt door je tocht en het weer. Bepaalde plekken wil je bijvoorbeeld al voorbij zijn voordat het te warm wordt, zoals gletsjers. Op een top of via ferrata wil je niet meer zitten als er slechter weer of onweer wordt voorspeld.
Het belangrijkste is dat je je houdt aan het absolute keerpunt. Deze stel je vast door te bepalen dat je op het bepaalde tijdstip om moet keren om niet in de problemen te komen met bijvoorbeeld weer, daglicht of een kabelbaan die je moet halen. Soms kan het voorkomen dat je vlak onder een top staat, maar dat het tijd is om terug te keren. Discipline is dan belangrijk. Bedenk dat je de keuze al tijdens je planning hebt gemaakt en dat veiligheid altijd voorop staat. Doordat je vooraf de planning al hebt bepaald hoef je er nu niet meer over na te denken.

5. Bepaal materiaal
Als je deze voorbereiding voor elkaar hebt is het goed om te kijken naar het materiaal dat je nodig hebt. We gaan nu niet verder in op het opstellen van paklijsten en dergelijke, maar het is goed om met de route in het achterhoofd te bedenken welk materiaal je nodig hebt. Denk dan bijvoorbeeld aan:
- Kleding/materiaal voor weersomstandigheden (regenjas, handschoen, zonnebrand)
- Materiaal voor eten en eventueel overnachtingen
- Materiaal voor de route (klimmateriaal, wandelstokken)
Gewicht is natuurlijk belangrijk in de bergen, maar houdt ook altijd rekening met wat marge in je materiaal. Is het weer goed? Neem dan toch voor de zekerheid een regenjas mee, want het weer kan snel omslaan in de bergen. Heb je een hele lange route voor de boeg? Neem dan misschien een klein beetje extra eten mee voor het geval er wat tegen zit en je langer onderweg bent. Weet je niet zeker of je kimmateriaal nodig hebt voor het laatste stukje van de top? Hoewel dit natuurlijk een stukje zwaarder is kan het toch verstandig zijn dit mee te nemen. Je wilt niet vlak voor een top een keuze moeten maken tussen onveilig verder gaan of om moeten keren. Tenzij je vooraf al bedacht had om terug te keren natuurlijk. Zolang je maar niet verleid word tot het maken van een onveilige keuze.
6. Geniet van de route
Geloof me, als je dit allemaal gelezen hebt krijg je het gevoel dat je de route al een keer gewandeld hebt voordat je eraan gestart bent. En in zekere zin is dat ook zo, maar ik kan je gerust stellen dat dit maar voor de helft waar is. Het feit dat het routeverloop en mogelijke verrassingen allang zijn doordacht zorgt er juist voor dat je hier tijdens de route minder over na hoeft te denken. Je hebt hierdoor meer gevoel van controle en kan dus meer genieten van de omgeving. En die omgeving heb je echt nog niet kunnen bewonderen aan de hand van een kaart, een paar foto’s en wat verslagen. De omgeving ervaar je pas wanneer je op je gemak de wandeling maakt, zeker van je zaak en voorbereid op wat komen gaat. De uitzichten, de wind, de zon en de grond onder je voeten is dan nog het enige waar je je aandacht op hoeft te richten. Veel plezier met jouw voorbereiding!