Wanneer de wekker ’s ochtends om 3:50 gaat sta ik te popelen om uit bed te gaan. Vandaag is het plan om de Mönch te beklimmen en na 2 rustdagen in de hut kijk ik daar enorm naar uit.
AFSTAND
4 kilometer
GESCHATTE TIJD
5 uur
HOOGTEMETERS
520 meter
START HOOGTE
3.650 meter
HOOGSTE PUNT
4.107 meter
MOEILIJKHEIDSGRAAD
Alpinisme – Gemiddeld (AD-)
Want ik zit al 2 dagen in de hut. De eerste dag was na 8 dagen op de gletsjers een hoog nodige rustdag. De tweede dag was voor mij een extra dag. Terwijl Thomas samen met Ron en Rens de Jungfrau beklom, bleef ik nog een dagje in de hut. Mijn enkel doet pijn en ergens voelde ik dat de energie om nog eens 10 uur te bikkelen nog niet helemaal terug is. Maar vandaag is anders. Mijn enkel is redelijk oke en ik voel me super energiek. Klaar om op pad te gaan!
De Mönch
De Mönch is onderdeel van de beroemde drieluik: de Eiger (de reus), de Jungfrau (de maagd) en de Mönch (de monnik). Drie hoge bergen die op een rijtje hoog boven Grindelwald uitstijgen. Die eerste is net onder de 4000 meter, maar die andere komen er zeker wel boven. De Mönch telt in totaal 4107 meter hoogte en kenmerkt zich door een smalle graat die naar de top leidt. De berg is zowel in een dagtocht (vanuit het Jungfraujoch) of vanuit de hut (de Mönchjochhütte) te beklimmen. Omdat wij langere tijd op hoogte blijven kiezen wij voor de laatste optie.



Aanloop naar de Mönch
Als je de Mönch vanuit de hut wilt beklimmen dan loop je eerst vanuit het Jungfraujoch naar de Mönchjochhütte. Een route van ongeveer 2 kilometer en 200 hoogtemeters. Op zich een korte aanloop dus. Alleen is dat in ons geval alles behalve. Wij komen namelijk niet vanuit het Jungfraujoch, maar vanaf de Finsteraarhornhütte, omdat we de dag ervoor de Finsteraarhorn hebben beklommen. We komen dus vanuit een hut die zo’n 15 kilometer verderop ligt en waarvoor we 1300 hoogtemeters moeten maken. Bijna allemaal over de gletsjer. Een flinke wandeling. Helaas hebben we ook nog eens pech met het weer waardoor we de helft van de tijd niets zien (want bewolkt), af en toe bijna van onze sokken worden geblazen (want wint over de pas) en ook helemaal in onze bubbel van onze regenjas leven.
Overnachten in de Mönchjochhutte
Hoewel deze hut helemaal niet zo ver van het ontzettend drukke en toeristische Jungfraujoch ligt, voelt het toch alsof je ver weg bent van de bewoonde wereld. De hut ligt iets boven de gletsjer en kijkt uit op een prachtige witte wereld. De hut heeft verschillende slaapzalen die per stuk niet mega groot zijn, zo slapen wij met maximaal 10 personen op 1 kamer. In de gezellige stube staan 2 leren stoelen die perfect zijn om lekker een kopje koffie in te drinken en te genieten van het uitzicht. Overdag komen hier dan ook regelmatig dagjesmensen op bezoek.
Wat deze hut echt bijzonder maakt is het eten. Om 18:00 kregen we namelijk eerst een borrelplank die we met de hele tafel kunnen delen. Hier staan zowaar groenten op en gezonde dingen zoals olijven en feta. Dit zien we niet zo vaak. We hebben het geluk dat we elke avond de plank voor onszelf hebben omdat onze tafelgenoten niet op komen dagen. Om 18:45 krijgen we het avondeten en dat is ook anders dan de gebruikelijke portie. We genieten van risotto, Aziatische noedels en chili con carne (die laatste vinden we ivm de beperkte en stinkende toiletten dan weer niet zo handig).
In het donker op pad
De beklimming van de Mönch is relatief kort. Vanaf de hut is deze route een kleine 500 hoogtemeters omhoog. Lager in de bergen zouden we zeggen: een uurtje lopen, maar deze route heeft een AD- gradering en is daarom ook echt niet te onderschatten. Het is niet voor niets dat de meeste gidsen maar 1 klant per persoon mee willen nemen. Wanneer we ’s ochtends vroeg vertrekken zien we dat dan ook volop. Allemaal gidsen die snel de berg op willen. Wij klimmen zelfstandig en hebben geen zin om in het gedrang te zitten. Het eerste deel doen we daarom rustig aan.
De route start met een soort klettersteig. Je hebt allemaal nietjes in de wand die je de eerste meters recht omhoog begeleiden. We klimmen vandaag in 2 touwgroepen. Thomas klimt met Rens en ik klim met Ron. Maar we blijven wel dicht bij elkaar. Toch merken we dat dit ook iets vertraging geeft omdat je als touwgroep op elkaar moet wachten. Voor deze route is dat helemaal niet erg en zo klimmen we gestaag verder tot de zon opkomt.



In mijn element op de Mönch
Wanneer de zon zijn eerste stralen laat zien weet ik weer waarom ik hier ben. Deze omgeving, dit terrein, dit is waar ik me thuis voel. Ik voel me volledig op mijn gemak, ook al balanceer ik met mijn stijgijzers op richeltjes van 4 centimeter. Dit oneindige niemandsland is zo onbeschrijfbaar en ik blijf maar genieten van het mooie uitzicht.
De route omhoog wisselt af tussen klauteren en steile stukken sneeuw. Het klauteren wordt nergens moeilijker dan de 2e moeilijkheidsgraat, maar de sneeuw is af en toe wel wat steiler. De sneeuw waar we op lopen is een paar dagen terug gevallen en dus in perfecte conditie. Zo kunnen we continue stappen blijven zetten en lekker blijven klimmen.

De steile graat van de Mönch
Zoals ik al eerder zei: de Mönch kenmerkt zich door een extreem steile graat die je naar de top leidt. Aan beide kanten gaat het zeker 40-45 graden naar beneden. Dit beginnen we al te merken als we naar de graat toe lopen. Hier wordt het terrein al wat steiler. Maar zodra we naar links draaien moeten we echt opletten waar we onze voeten zetten. De graat is namelijk ook maar 2 voeten breed. Een misstap mag hier niet gebeuren. En tot overmaat van ramp is ook nog eens de hele lucht om ons heen dichtgetrokken. We zien geen hand voor ogen meer en dat betekent ook dat we niet goed kunnen zien of er tegenliggers aankomen of niet.
Gelukkig weten we dat we vrij ver achteraan lopen van alle klimmers en dat het niet meer zo druk zal zijn op de graat. Dus besluiten we door te gaan. We komen nog een enkeling tegen die zich bewonderenswaardig tegen de wand aan weet te plakken zodat wij er voorbij kunnen.
Zijn we nu op de top?
Stap voor stap blijven we doorgaan tot we niet meer verder kunnen. Thomas en Rens staan ineens stil en wij dus ook. We kunnen niet meer verder omhoog. Maar of we nu echt op de top zijn is me een raadsel. We zien verder geen sporen meer en de sneeuw gaat vanaf hier alleen nog maar naar beneden, dus het zal de top wel zijn concluderen we. Het is de kleinste, meest onduidelijke top waar we ooit zijn geweest. Een minuscuul puntje dat hoger is dan de rest van de omgeving. We geven elkaar snel een high five en gaan weer terug. Het is daarmee ook onze kortste top pauze ooit.
Afdalen naar de bewoonde wereld
Als we naar beneden gaan is het opnieuw opletten geblazen op de graat. Gelukkig gaat het allemaal goed en krijgen we zelfs nog een cadeautje. De hele lucht trekt weer open waardoor we opnieuw het fenomenale uitzicht krijgen waar we zo van genieten. Zien we toch maar even mooi dat we toch echt op de top hebben gestaan.
De rest van de route klauteren we rustig terug, we hebben geen haast. We halen onze spullen op in de hut en lopen dan weer terug naar het Jungfraujoch, terug de bewoonde wereld in. We ruiken naar 7 dagen avontuur en zo zien we er ook uit. Het kan ons niets schelen, deze dagen neemt niemand ons meer af.