Sneeuwschoenwandelen in de Pyreneeën – Ordesa
- Start hoogte: 1331 meter
- Hoogtemeters: 650 meter
- Hoogste punt: 1943 meter
- Duur: 5,5 uur
- Afstand: 6 kilometer
- Moeilijkheid: Moeilijk
Wanneer de lente zich in het dal ontluikt blijft het hogerop de bergen nog even winter. De zonnestralen warmen steeds meer sneeuw op en watervallen zijn in volle gang de rivieren te voorzien van vers smeltwater. Maar er ligt zo’n dit pak dat dit proces nog wel even duurt. En dat is precies waar ik op hoopte. De hooggelegen bergen bezoeken met nog een mooie witte deken.
Inmiddels is het begin april als we tijdens onze reis aankomen op de eerste bestemming, het nationaal park Ordesa y Monte Perdido in de Spaanse Pyreneeën. Nog nooit eerder waren we rond dit tijdstip in de bergen te vinden. Niet wetende hoe de condities er precies uit zouden zien reisden we met vrolijk optimisme naar de bergketen.
Sneeuwschoenwandeling Bij Ordesa en Monte Perdido
Hoe dichter we bij de bergen komen tijdens de reis hoe beter we kunnen zien wat de sneeuwcondities zijn. We hebben namelijk nog geen wandeling gepland staan omdat we eerst zelf willen zien waar we met de sneeuwschoenen omhoog kunnen. Als we de col passeren zien we dat er rond de 1500 meter wel een sneeuwlaag begint te vormen. Alleen hoe dichter we bij de camping komen waar we staan, hoe minder er nog van de sneeuw te zien is.
Als we ons eenmaal hebben geïnstalleerd is het tijd voor de planning van de route. Met een geleende kaart en de Outdooractive app ernaast scan ik de regio op mogelijkheden. Naast het tijdstip in het jaar is ook de omgeving nieuw. De scherpte van de toppen die hoog uitreizen boven het dal, steile hellingen en het grote aantal puinhellingen is net wat anders dan de Alpen. Dat zorgt er ook voor dat je niet zo makkelijk met de auto hoog de bergen in kan komen. Tel daarbij het lawinegevaar, sneeuwcondities en hellingshoeken op en het plannen van de tocht is toch wel een redelijke uitdaging. Voor het sneeuwschoenwandelen in de Pyreneeën is er online nog niet veel te vinden, dus de kaart is onze grootste bron van informatie.
Uiteindelijk zie ik een mogelijke route op een noordwand die loopt vanuit Refugio de Bujaruelo. De route loopt naar Ibon de Lapazosa en zou ongeveer 900 hoogtemeters zijn. We halen de spullen uit de dakkoffer en maken ons klaar voor een echte winterse wandeling.

Wandelan vanaf Refugio de Bujaruelo
De route start bij een berghut genaamd Refugio de Bujaruelo. Er is ook een camping bij waar je met de camper kan overnachten. Op verschillende apps had ik al gelezen dat de weg ernaartoe een redelijke beproeving is. Het is onverhard met af en toe flinke kuilen. Als we er ’s ochtends naartoe rijden merk ik dat daar niets aan gelogen is. Over de laatste 6 kilometer doen we bijna een half uur. Maar dat maakt wel dat je op een prachtig afgelegen plek terecht komt. In de hut brand een warm sfeerlicht waaruit ik opmaak dat ze ook in deze tijd gewoon open zijn. Alleen de camping is nog leeg. Gelukkig kunnen we er onze camper gemakkelijk parkeren. Vanuit deze hut lopen verschillende wandeltochten. Zeker in de zomer zijn hier tal van opties om het nationale park te ontdekken. Omdat het nu winter is zijn de opties wat beperkt, maar toch hebben we een mooie wandeling gevonden.

Sneeuwschoenwandelen in de Pyreneeën in april
De nacht was koud, en de ochtend dus ook. Maar de zon zal ons vanmiddag zeker gaan verwarmen. April doet wat hij wil is ook hier van toepassing. We beginnen dus rond het vriespunt met de wandeling en mogen gelijk gaan stijgen. Nu nog tussen de bossen en de weg gaat gelijk goed omhoog. Dat is wel tekenend voor dit gebied. Ondanks dat we zonder training uit Nederland komen, zit het tempo er wel weer lekker in. Zo lopen we nog geen uur door het bospad voordat de bomen schaarser worden en de ondergrond langzaam verandert in die gewenste witte deken.
Het is dus tijd om te wisselen naar onze sneeuwschoenen. Het is weer heerlijk om het contrast tussen de witte grond, de grijze rotsen en de blauwe lucht te zien. De groene naaldbomen maken het plaatje helemaal af.
2 maanden geleden, in februari, waren we al aan het sneeuwschoenwandelen in de Alpen. Maar nu in april zijn de condities duidelijk anders. De sneeuwlagen hechten zich niet goed aan elkaar, waardoor de kans op lawines ook groter is. Het is dus extra oppassen geblazen vandaag.

Helling na helling steken we over
Wanneer we boven de bomen uit komen komt dan ook gelijk een volgende uitdaging. De steilere hellingen naast ons. Hoewel het fijn is dat we niet echt hoeven te sporen (de zware taak om een pad te maken in losse sneeuw), is het goed kijken hoe we de hellingen oversteken. Vandaag loopt Bruno ook mee, en laten we daar nu net geen sneeuwschoentjes voor hebben. De hellingen zijn nu gelukkig nog bevroren en dus stevig genoeg om op te lopen. Al merken we dat Bruno toch zachte sneeuw prettiger vindt. We lopen nog een flink stuk door op onze sneeuwschoenen en overleggen vaak over het beste pad. Na een tijdje besluiten we dat het toch slimmer is nog niet helemaal naar het meer toe te lopen.
De sneeuw ligt nu nog in de schaduw, maar we weten niet wat het gaat doen als de zon er op schijnt. Dan kan het toch weer wat gevaarlijker worden. Dus lopen we door naar een elektriciteitshuisje waar we even pauze houden en wat drinken. Thomas maakt nog wat mooie beelden met de drone en we zijn het erover eens dat het beter is om terug naar beneden te gaan.
De sneeuw ligt nu nog in de schaduw, maar we weten neit wat het gaat doen als de zon er op schijnt. Dan kan het toch weer wat gevaarlijker worden.
Genieten van de sneeuw en de zon
Terwijl we onze zigzaggen maken over de sneeuw komen we steeds vaker in de zon terecht. De warmte die dat met zich meebrengt is erg welkom. Ik houd van de uitgestrekte vlaktes die je ziet in de winter. Grote pakken sneeuw die eindeloos lijken. De details zijn uit het landschap weggeslagen waardoor de omgeving nog grootser lijkt. Je voelt je een klein mensje in deze grote witte wereld.
Voordat de bovenste sneeuwlaag gaat smelten zijn we gelukkig alweer veilig de hellingen over. Ook zien we nu nog duidelijker dat we af en toe stukken van oude lawines oversteken. Het is hier dus zeker een regio waarbij je goed moet weten wat je doet en goed de omgeving moet blijven bestuderen. Het inschatten van risico’s is daarom ook iets wat wij zelf continu doen.
Sneeuw, bomen en blauwe luchten
Zodra de grootste risico’s achter de rug zijn is het tijd voor een heerlijke pauze in de zon. Een grote rots dient als bankje en wij genieten van ons meegebrachte broodje. Ook Bruno kan weer meer ontspannen want de sneeuw wordt steeds weer zachter. En zachte sneeuw is zijn absolute favoriet. We lopen na de lunch nog het laatste stuk over de sneeuw en door de bossen naar beneden. Dit soort paden zijn voornamelijk genieten en niet vergeten om je heen te kijken naar al de schoonheid die de bergen je bieden.
Na zo’n vijf en een half uur lopen komen we weer aan bij de hut. Hier schijnt de zon volop en ook de temperatuur is flink gestegen. Het lijkt wel een compleet ander seizoen hier beneden. Zo is het zomer en winter in één en genieten we stiekem van het beste van beide werelden!

